Weddell's Aratinga

  • Wetenschappelijk: Aratinga weddellii
  • Engels: Dusky-headed Conure
aratinga weddellii
Weddell's aratinga
 

De Weddell's aratinga is een grote parkietensoort uit het geslacht Aratinga. Het is een overwegend groene vogel met een grijze kop en een donkergrijze tot zwarte snavel. De uiteinden van de vleugelpennen zijn blauw. Als volwassen vogels kunnen mannen en poppen meestal worden herkend aan de grootte van de oogring. Bij jonge vogels is dit erg lastig, waardoor het geslacht meestal met behulp van DNA wordt bepaald.

Het verspreidingsgebied van de Weddell's aratinga beslaat delen van Colombia, Peru, Bolivia en Brazilië. De vogel leeft vooral aan bosranden met een voorkeur voor gebieden die regelmatig overstromen*(1).

Hoewel Weddell's aratinga's hun schelle roep niet zo vaak laat horen als de meeste aratingasoorten, is het nog steeds een luidruchtige vogel. De vogels vliegen liever dan dat ze klimmen en hebben dan ook behoefte aan een redelijk grote vlucht zodat ze de vleugels kunnen strekken. Naar mijn mening zijn de vogels niet zo vlug vertrouwd met hun verzorger als de meeste andere kromsnavels, na een half jaar voeren raakt mijn koppel nog steeds engiszins in paniek als ik de volière betreed. Wel worden de vogels tegenwoordig regelmatig als huiskamervogel gehouden, en mits de vogels direct na zelfstandigheid bij de ouders worden weggehaald gaat dit over het algemeen goed.

Als voeding kan de aratinga's een mengeling van papegaaien en grote parkietenzaad worden verstrekt. Dit moet dagelijks met fruit (zoals appel, peer, sinaasappel, kiwi of mango) worden aangevuld. Ook middelgrote noten worden graag gegeten.

 
Aratinga weddellii kweek
Weddell's aratinga pop op jongen en eieren
 
weddells aratinga kweek
Jonge Weddell's aratinga's.

De vogels kunnen niet goed tegen de kou en in ons koude seizoen is het gunstig als de vogels vorstvrij kunnen zitten.

Als het koud is brengen de vogels graag zo veel mogelijk tijd door in het nestblok, om alleen voor het eten naar buiten te komen. Aangezien de vogels soms in de winter al beginnen met het leggen van eieren kan een verwarmd nestblok of nachthok handig zijn, omdat de vogels bij strenge vorst de eieren anders niet warm genoeg kunnen houden.

Tijdens het broeden brengt de pop het grootste deel van de dag en nacht in het nestblok door. De man vergezelt haar tussen de maaltijden door zo veel hij kan. Opvallend zijn de eieren van de vogels, die in verhouding niet alleen groot zijn, maar ook nog erg rond. Aanbevolen ringmaat is 7 mm.

Referenties

  1. Forshaw, J.M. [ill. W.T. Cooper] (1973) Parrots of the World, Willoughby, Australia: Lansdowne Editions