Gedomesticeerde Kanaries

  • Wetenschappelijk: Serinus canaria domestica
  • Engels: Domestic Canary

"Dit fraaije en zoo zeer onze huizen vervrolijkende Vogeltje, verdient in alle Vogelwerken, en dus ook in dit eene plaats"

(Nozeman en Sepp, 1770-1829).

De kanarie is zonder twijfel de meest bekende, en waarschijnlijk ook meest gehouden, kooi- en volièrevogel. De kanarie zoals wij die nu kennen is de gedomesticeerde variant van Serinus canaria ofwel de kanarie van de Canarische Eilanden. Deze vogel wordt al eeuwenlang gekweekt waardoor er zeer veel varianten bestaan en waardoor er ook veel over de geschiedenis van de kanarie bekend is. De geschiedenis van de kanarie vertelt ons iets over de manier waarop de vogelliefhebberij tot stand is gekomen en daarom wil ik hier graag mee beginnen.

Geschiedenis

Vanaf 1402 begon de Fransman Jean de Béthencourt met de verovering van de Canarische Eilanden in opdracht van koning Hendrik III van Castilië (nu een deel van Spanje). De bevolking op deze eilanden gaf zich niet zomaar gewonnen en vochten nog bijna een eeuw, tot in 1496 Tenerife werd veroverd onder koningin Isabella van Castilië en haar man koning Ferdinand van Aragón. In de beginjaren van deze veroveringstocht zijn door Jean de Béthencourt de eerste kanaries naar het Castiliaanse en Franse koningshof gestuurd(1). Vooral de Franse koningin bleek dol op de "kanarievogels".

Vanaf de tweede helft van de 15e eeuw werden kanaries massaal gevangen en naar Spanje verscheept. Daar legden monniken zich toe op de kweek ervan. Zij verkochten enkel de mannen waardoor anderen niet met de vogels konden kweken. Zo verkregen zij een monopoliepositie en konden zij de prijs zo lang mogelijk hoog houden(1,2). Alleen de adel en zeer rijke burgerfamilies konden zich kanaries veroorloven.

De kanarievangst intensiveerde echter vanaf de jaren 1500, en ook kooplui uit de Lage Landen wisten de vogels op te kopen en te verhandelen(1). Naast Spanje wordt zo ook, in mindere mate, Vlaanderen een importcentrum voor wilde kanaries. Ondertussen verspreidde zowel gevangen als gekweekte kanaries zich via Spanje naar Italië, en via Italië naar Duitsland en de Noordelijke Nederlanden. Vanaf het einde van de zestiende eeuw was de kanarie al zo wijdverspreid in Europa, dat de import vanuit de Canarische Eilanden niet meer nodig was. Er ontstonden door selectie en waarschijnlijk ook door kruising met andere Serinus soorten al voor het begin van de 17e eeuw vele lokale rassen en variëteiten. De eerste gele kanarie ontstond al vóór 1600 of kort erna (1,3) en sommige bronnen spreken zelfs al van gedeeltelijk gele kanaries in de jaren 1490(3). In 1667 werd van de eerste zuiverwitte kanarie bericht, maar pas begin 20e eeuw kwam met behulp van kruisingen met de kapoetsensijs de rode kanarie tot stand.

Mijnwerkers & Kanaries

De verhalen van kanaries die gebruikt werden als detectiemiddel voor gevaarlijke gassen in de mijnbouw zijn bij velen bekend. Hierbij werd bij de werkzaamheden in de mijn een kanarie meegenomen. Omdat deze door hun kleine formaat gevoelig zijn voor gassen, hadden de arbeiders nog tijd om te vluchten wanneer de kanarie van zijn stokje ging. Dit wordt vooral gezegd over de arbeiders rond het Duitse Harzgebergte. Waarschijnlijk is het echter een broodje aap verhaal, omdat de kanaries hier veel te duur voor waren. Wel zullen hier wilde vogels voor zijn gebruikt, die toen nog gewoon gevangen werden (en dus niets kostten). Misschien komt een deel van de verwarring doordat de mijnwerkers in hun vrije tijd fanatieke kanariekwekers waren, wat heeft geleid tot het ontstaan van de Harzer zangkanaries. Men is dus waarschijnlijk later het kweken van kanaries door mijnwerkers door elkaar gaan halen met het gebruik door mijnwerkers van gevangen vogels als detectiemiddel.

Eeuwenoud domesticatieproces

Doordat de kanarie al zo lang gekweekt en gehouden wordt zijn er een groot aantal rassen ontstaan. Het verklaart ook de naamgeving van sommige rassen (Harzer, Yorkshire, Norwich, etc. etc.). Bovendien staat dit vogeltje aan de oorsprong van de vogelkweek en zijn er behalve hond, kat en vee, weinig dieren die zo ver gedomesticeerd zijn. In de woorden van Nozeman en Sepp (1770-1829)(4):

"In de opene lucht en vrijheid geheel ongewoon, vindt de Kanarie niets dat haar tot spijs of tot leger kan dienen, want zij is nergens mede bekend, in hare kooi daarentegen vindt zij alles, wat voor hare behoefte noodig is, zij ontvangt daar eten en drinken, heeft eene goede rustplaats, is daar van hare jeugd af aan en aan niets anders gewoon, gelijk ook hare voorouders sedert bijna twee honderd jaren dit gewoon waren, en niets anders kenden, en ook zoo opgevoed zijn, zoodat het schier eene wreedheid zou genoemd kunnen worden, dit diertje uit zijne banden te willen slaken (...)" 

Rond de jaren 1800 was de kanarie dus al compleet ingeburgerd als kooivogel. In het heden zijn ze er in alle kleuren en formaten, die hieronder kort besproken worden. 

Rassen en kleuren

We kunnen spreken over drie hoofdgroepen: zangkanaries, postuurkanaries en kleurkanaries. Zangkanaries worden niet beoordeeld op hun uiterlijk, maar worden speciaal gekweekt en gekeurd op hun zang. Postuurkanaries kenmerken zich door een speciale lichaamshouding of een speciaal verenpak. De kleurkanaries, welke het meest gehouden worden, zijn er in drie hoofdkleuren: geel, rood en wit. Verder zijn er nog diverse tekeningen mogelijk. Het voert te ver om ze hier allemaal te bespreken, hiervoor verwijs ik graag naar het boek Kleurkanaries kweken en Tentoonstellen van de heer Van Mingeroet. Enkele voorbeelden van kanaries die wij in de volière hebben gehad:

 

Geel intensief

Agaat geel mozaïek (voor: man, achter: pop)

Agaat opaal geel mozaïek (man)

Geel mozaïek (links: pop, rechts: man)

Zwart rood

Rood intensief

De Lizard, oud ras met een schubtekening.

Harlekijnkanarie

De Gloster is een postuurras. Hier met kuif.

Hier ziet u 2 kleurkanaries (links en midden) en een Raza Espagnola (rechts), een Spaans zangkanarieras. Nogal wat grootteverschil!

Met kanaries worden veel bastaarden gekweekt. Hier een Zwarte sijs gekruist met een zwarte (zwart gestreepte) kanarie. Hierdoor ontstaat een zeer mooie kleur. 

Zo ook met putters (distelvinken). Hier een bijzonder mooi exemplaar, ontstaan uit een kruising van een satinet (mutatie) putter met een geel mozaïek kanarie. 

Kweek en verzorging 

Kanaries kunnen worden gevoerd met een goed kanariezaad (zwart-witzaad). Pas hierbij op voor de zeer goedkope mengelingen, deze bevatten vaak koolzaad in plaats van raapzaad, waardoor het slecht gegeten wordt. De meeste kanaries vinden het witzaad lekkerder dan het raapzaad (zwartzaad) waardoor ze het raapzaad tot het laatst laten liggen. Hier komt de uitdrukking 'op zwart zaad zitten' vandaan. Het is belangrijk dat er zo zuinig gevoerd wordt, dat de vogels ook het zwart zaad tot zich nemen. Zelf voer ik een eigen mengsel waarin wat minder raapzaad zit, en die veel gevarieerder is dan de meeste standaard mengelingen. Hierdoor houd ik de vogels gemakkelijker in conditie. Belangrijk als toevoeging is maagkiezel en grit, en eens in de week een theelepeltje eivoer. Kanaries badderen graag en minstens eens per week moeten ze daartoe ook de gelegenheid krijgen.

 

Kanaries komen in gevangenschap gemakkelijk tot kweken. Kweek in broedkooien of in de volière is beide mogelijk. Kanaries maken van kokosvezel en sharpie een komvormig nest, bijvoorbeeld in een nestmandje of tralienestje. Ze zijn hierin soms betrekkelijk lui en sommige liefhebbers helpen ze daarom vooruit door een voorgevormd kokosnestje, of een kant en klaar kommetje van ander zacht materiaal in het nest te leggen. Hiernaast kan gewoon het standaard nestmateriaal worden verstrekt, zodat de vogels het nest 'af kunnen maken'. Tijdens de kweek en in aanloop naar het kweekseizoen wordt de hoeveelheid eivoer opgevoerd zodat ze, wanneer ze jongen hebben, constant de beschikking hierover hebben. Kanaries broeden circa 14 dagen. Nog eens 14 dagen later vliegen de jongen uit.

 

Foto links: een nest kanaries

Referenties

  1. Arnaiz-Villena, A., Areces, C., & Ruiz-delValle, V. (n.d.) El Origin de Los Canarios, Ornitoloxía Practica 53, verkregen van: http://chopo.pntic.mec.es/biolmol/publicaciones/origencanarios.pdf
  2. Van Mingeroet, A. (2004) Kleurkanaries kweken en Tentoonstellen, Drukkerij Imprim'tout N.V.
  3. Birkhead, T. R., Schulze-Hagen, K., & Kinzelbach, R. (2004) Domestication of the Canary, Serinus canaria - the change from green to yellow. Archives of natural history, Vol. 31 (1), 50-56.
  4. Nozeman, C., & Sepp, C. (1770-1829) Nederlandsche Vogelen, Koninklijke Bibliotheek en Uitgeverij Lannoo