Stanley rosella

  • Wetenschappelijk: Platicercus icterotis
  • Engels: Western rosella
stanley rosella  
 Stanley man  

De Stanley rosella is met zijn 26-28 cm de kleinste rosellasoort. In het wild komt de Stanley rosella voor in het zuidwesten van Australië. Er komen twee ondersoorten voor (P. i. icterotis en P. i. xanthogenys), die enigszins van kleur verschillen.  

Man en pop zijn meestal eenvoudig te onderscheiden. Zo heeft de man meer rood dan de pop. Bovendien is de wangvlek scherper en groter bij de man dan bij de pop. Verder zijn ze in veel gevallen ook te onderscheiden door middel van de vleugelstreep: bij de pop is aan de binnenkant van de vleugelpennen een heldere witgele streep waar te nemen, die bij de mannen veel vager of zelfs helemaal niet aanwezig is.

Stanleyrosella's zijn uitzonderlijk snelle en behendige vliegers. Ze komen dan ook het best tot hun recht in een lange vlucht waar ze goed de vleugels kunnen strekken. In tegenstelling tot de meeste rosella's, zijn Stanley's speelse, actieve vogels die toch goed met andere vogelsoorten zijn te houden. Ook het stemgeluid is een stuk aangenamer, met zachte melodieën in plaats van een schelle roep. Een grote parkietenmengeling is een goede hoofdvoeding voor de Stanleyrosella. Zij zoeken graag naar voedsel op de bodem van de volière, waardoor ze wat de kans op het oplopen van een worminfectie groter is dan bij sommige andere vogels.

Een geschikt nestblok voor stanleyrosella's is een valkparkietenblok, dus met een oppervlak van ongeveer 25x25 en een hoogte van 35-40cm. De voorgeschreven ringmaat is 5,5 mm.